
Vandaag wordt de jaarlijkse fancy fair gehouden op het dorpsplein: er staan dertig of veertig kraampjes waarin allerlei spulletjes worden aangeboden. Van kinderspeelgoed tot fotocamera’s en zelfgebakken koekplakken. Het is al een drukte van belang, en het aardige is dat niemand een paraplu bij zich heeft. De dames hebben een stukje kleefplastic om hunne hoofdharen gebonden, de heren dragen allen een hoed. Zij roken sigaren.
Men wacht op notaris Heringa, die straks de fancy fair officieel gaat openen en gaat zeggen welk goede doel hij heeft uitgekozen, dat straks met de opgebrachte gelden gaat weglopen. Iedere Dirkswoudenaar mocht één goed doel indienen, de notaris maakt uit welk het wordt.
Daar komt de notaris al, hij is met de fiets. Een gejuich stijgt op naar de grauwe hemel. De notaris bevindt zich nu in de menigte, maar zijn geschreeuw is oorverdovend hard, dus kunnen wij hem verstaan. Hij zegt: ‘Beste mede-Dirkswoudenaren! Er zijn driehonderdtweeënnegentig goede doelen ingediend! Een record! Natuurlijk waren er wel enkele merkwaardige bij! Zoals een bliksembeveiligingsinstallatie voor de boerderij van de heer Hamel! Ha ha ha! Maar er waren ook écht goede doelen bij! En het goede doel dat wij dit jaar onder handen gaan nemen is! Slaat op den trommele! Dat is: een universitaire opleiding voor onze nu al zeer geleerde Jaap! Kóning!!! Jaap gaat wískunde studeren! E = mc, enzovoorts dus! Koopt allen naar vermogen! Ik open deze fancy fair!’
En het blijft maar motregenen, zonder dat de vrolijkheid der Dirkswoudenaren getemperd wordt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten