woensdag 6 mei 2009

Eenvoudigweg te sterk

In de jaren zeventig was ik regelmatig te depressief en te suicidaal om er nog een goed woord over te spreken. Maar zoals sommige anderen gelovig zijn geworden, werd ik een liefhebber van Bachs muziek. Dat kwam door Glenn Gould. Ik had zelf eind zestiger jaren, begin zeventiger jaren pianoles gehad, en ik wilde ook zo piano kunnen spelen. Als ik niet zo zou kunnen spelen, dan wilde ik er in elk geval van genieten. Ik kocht dus platen van Glenn Gould, en ik heb ervan genoten. Ik geniet er nog steeds van.
Vóór Glenn Gould was ik te vinden voor de hard rock van de jaren zeventig, ik bedoel Genesis bijvoorbeeld met Los endos, dat me nu een nalopertje lijkt te zijn van de muziek van de Soft Machine. Misschien ook van Frank Zappa.
Glenn Gould heeft me de weg ingeholpen naar de klassieke jongens: Händel, Scarlatti, Schubert, Pärt, Messiaen, noem ze maar op. The real thing, om kort te gaan. Ik kan soms nog wel genieten van Oleta Adams, Tory Amos of Aretha Franklin (daar heb ik gisteravond naar zitten luisteren, en het was zeer aangenaam—ook door de kussen tussendoor van mijn lief), en ik kan ook zeer goed luisteren naar bijvoorbeeld de jazzjongens van de jaren veertig en vijftig.
Maar dat verbleekt toch bij zoiets als dit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten