donderdag 28 mei 2009

Er was geen reden tot verontrusting

Slagerij Hendriks (‘Goed voor Uw koeien!’) was gevestigd aan de Noordvaart te Dirkswoud. Mijn jeugdvriend heette Peter Hendriks. De slager, wiens voornaam ik nooit heb vernomen, was een oom van vaderszijde van hem.
Die heer Hendriks was een vreemde man, te oordelen naar Peters verhalen over hem. Nu zijn slagers altijd vreemde mensen, ik wil met u wedden dat er geen beroepsgroep is waar zoveel alcohol wordt genuttigd.
Peter vertelde me, toen hij en ik ongeveer zes jaar oud waren, eens het volgende verhaal.
‘Als mijn oom op een dag eens geen lamsvlees had, dan deed hij het volgende. Hij ging naar buiten, stapte op zijn bestelfiets, en reed door het dorp. Hij riep dan: ‘Lámsvlees! Lámsvlees! Vijftig cent!’ Dan ging hij terug naar zijn slagerij en wachtte hij op klanten. Die kwamen er, en vroegen om lamsvlees. Maar hij hád geen lamsvlees. Hij verkocht de mensen dus wel paarderookvlees of een soort sateh van kippekontjes. Dan zei hij: ‘Sateh ajam, mevrouw. Van het gezondste deel der kip! Uitstekend voor uw afgang!’
Dat waren de dingen die bekend waren over mijn oom. Maar nu een ding dat niet bekend was. Er zijn vervelende jongetjes en meisjes. Nare prutsertjes, zoals mijn oom zei. Die moesten natuurlijk ook wel eens boodschappen doen voor hun moeder. Voor een stukje lever of een stukje schenkel kwamen ze dan bij mijn oom. Wat er dan gebeurde in de slagerswinkel is met geen pen te beschrijven! Mijn oom maakte ze af. Met zijn linkerhand pakte hij ze bij hun nek, en met het slagersmes, enzovoorts. Dus dat zit ook in de familie, bij ons.’

1 opmerking: