zaterdag 11 april 2009

Je moet het goed doen

Ik heet Engelbertus Johannes Maria Hoogeboom. Op jonge leeftijd zei ik altijd: ik heet E.J. Hoogeboom, want ik vond dat Maria niet passen, dus dat liet ik weg. Maar ik heet nu eenmaal zo.
Wie die Engelbertus is, weet ik niet (ik ben vernoemd naar de vader van mijn moeder, die Engel de Zeeuw heette). Maar wie die Johannes is, weet ik wel, namelijk hierom.
Die Johannes heeft nogal wat durven beweren in die bijbel. Zo over dat over het water lopen van Jezus de Visser, zoals hij genoemd zou worden, als hij in die verschrikkelijke tijden in Nederland had gewoond: ‘Tegen de avond daalden zijn leerlingen af naar het meer. Ze gingen aan boord van een boot om over te steken naar Kafarnaüm. Het was al donker, en Jezus had zich nog niet bij hen gevoegd. Intussen stak er een hevige wind op die de golven opjoeg. Toen ze ongeveer vijf kilometer hadden geroeid, zagen ze Jezus over het meer lopen; hij was dicht bij de boot. Ze werden bang, maar hij zei tegen hen: ‘Ik ben het; wees niet bang.’ Ze wilden hem aan boord nemen, maar op hetzelfde ogenblik landde de boot op de plek waar ze op aan hadden gestuurd.’
Dat moet dus plaatsgevonden hebben rond het jaar 30. Is opgetekend 40 of 50 of misschien 150 jaar later. Zonder getuigenverklaring.
Zo kan ik wel een verklaring uitzenden dat in de oorlog van 40-45 in de Verkade koekjesfabriek ernstig verzet werd geboden tegen de bezetters, door een voortdurende gladheid in de productie aan te houden. Mijn verklaring wordt opgepikt door een paar kranten, en dan is het een feit geworden. Mijn feit is dan nog steeds geloofwaardiger dan dat lopen door meneer De Visser over dat water.
Toch geloven sommigen dat dat lopen over dat water waar is. Vreemd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten