
Onze wegen scheidden zich, ik ben nog tientallen malen verliefd geworden (de namen zal ik u besparen), maar nu, 49 jaren later, heb ik Marjan Kneuter weer ontmoet!
Waar, zult u vragen? In Egmond aan Zee. Op het strand. Vanochtend, om 09:13 uur. En ik was weer net zo verliefd op haar als in 1960. Goed, haar gebeente oogde wat minder jeugdig dan toen, maar dat doet mijn gebeente ook.
- Goedemorgen, Marjan.
- Goedemorgen, Ben.
Je moet toch een soort gesprek beginnen aan te knopen.
- Zullen we hier maar gaan liggen?
- Dat is goed, Ben.
U zult zich misschien afvragen: ging dat zo snel? Dat gaat zo snel, inderdaad, als je wat ervaring hebt.
- Ik zou zeggen, Marjan, trek je kleren maar uit.
- Daar is het me nog te vroeg voor, Ben.
- Oké, dan wachten we daarmee. Hoeveel mannen heb jij gehad, Marjan?
- Negen.
- Dat valt mee, niet?
- Hoeveel vrouwen heb jij gehad, Ben?
- Zevenentwintig. Nee, achtentwintig, na vandaag.
- Aha! Een man met ervaring dus!
- Jawel, Marjan. Maar jij was de eerste, en nu ben je de laatste.
- Kom maar in mijn armen, jongen.
- Graag.
- Hum. Lékker!
- Jij hebt daar een leuk soort moedervlek.
- Waar?
- In je geum.
- Waar is mijn geum?
- Dat is hier, waar ik hem aanwijs.
- O. Dat is mijn nek. Heet dat je geum?
- Ja. Dat is je geum, lieverd. Biologie, het menselijk lichaam, pagina 68, achternek: geum.
- Ben jij altijd zo grappig, Ben?
- Normaal ben ik ernstig, vooral tegen langslopende dames. Het wordt ook wel je haam genoemd.
- Je mag mijn haam kussen, Ben.
- Dat doe ik, met alle graagte.
- Alléén mijn haam!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten