
In die tijd, 1974, was het nog zo dat een baas je vroeg wanneer je kon beginnen, en dat je dan zei: ‘Morgenochtend dan maar?’ Morgenochtend was een goed idee.
Zo begon ik op een dinsdag met het boekhoudwerk voor CFM. Het was de bedoeling dat ik van alle films die in Noord-Holland draaiden, bijhield waar en hoeveel keer ze gedraaid hadden, en daarvoor facturen zond aan de diverse theaters. Ik werkte samen met nog zes andere boekhouders, van wie één me de machinerie uitlegde: een machine voor dubbel boekhouden.
Al na één dag wist ik dat mijn toekomst niet bij CFM zou liggen: ik begreep eenvoudigweg niet wat ik daar aan het doen was en de vraag was of ik het ooit zou begrijpen.
Na een week zei ik tabee. Op weg naar het Centraal Station zei dezelfde mevrouw weer: ‘Waarom sei je nou nee?’
‘Ik was op weg naar een sollicitatie,’ zei ik.
‘En? Gelukt?’
‘Jawel, maar ik heb het daar al wel gezien.’
‘Heb je geld bij je?’
‘Ja, ik heb een weekgeldje van ze gekregen.’
‘Kom dan maar mee, jongen.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten