vrijdag 12 december 2008

De heer Maarten Biesheuvel

Als Eva niet kan, dan kom ik ook niet, dat kunt u wel vergeten! Maar vooruit, daar zitten we dan, op een zonnige decemberdag midden in Amsterdam. Eva is naar binnen gegaan om met de mensen te praten, dan kunnen wij mooi overleggen over de wereldcrisis. Het is beter weer dan we hadden mogen verwachten, niet? Toen wij vanochtend ons stulpje verlieten, regende het pijpestelen, wat u, maar de regen brengt zegen. De regen brengt ook nattigheid, dat is waar, en je kunt ook nergens fatsoenlijk een sigaartje savoureren, maar toch ben ik blij als het af en toe flink gieten kan. Jawel! Het brengt gezondheid en levenslust in het gepolderte. Trouwens, over sigaren gesproken, ik heb een bolknak van de firma Willem II, ziet u wel, en als u dan een vuurtje hebt? U heeft geen vuurtje. Rookt u in het geheel niet, of bent u het net als ik vergeten? Ik draag meestal twee aanstekers van het merk Atomic op zak, maar vandaag niet, want mijn broek is gewassen en ik heb vergeten wat spullen in mijn zakken te doen zoals elastiekjes, paperclips, veterdrop, een bitterkoekje voor als ik onderweg trek krijg. We gaan nú op zoek naar een winkel waar men lucifers of aanstekers verkoopt. Loopt u met mij mee? Wat loopt u raar, u bent toch geen zeiler? O, u heeft een herseninfarct gehad. Wanneer? Zes jaar geleden en toch loopt u nog steeds zo raar. Ik wil ook wel even raar lopen, hoor. Nee nee, dat doe ik uit solidariteit. Goedendag mevrouw, meneer! Ja, u ziet wel dat wij raar lopen, maar wij komen toch vooruit, zoals u ziet. Wij wilden graag het adres weten van een supermarkt of smederij, waar men deze bolknak kan aansteken. U hebt geen kennis van een smederij in deze omgeving, maar een supermarkt of sigarenwinkel? Aha, op naar de Reguliersdwarsstraat!
Steeds op de stenen der straat
Werd ik zelf een der stenen;
Of ieder over mij gaat,
Nimmer zal ik meer wenen.
En zeker niet nu wij Sigarenmagazijn Van Daalen betreden. Ik steek mijn bolknak alvast in mijn mond, dan moet u maar om vuur vragen, want als ik dat doe, dan spuw ik mijn sigaar zo uit. Praten met rookgerei in de mond, dat kunnen sommige mensen wel, maar ik zeker niet! Zo, nu kunnen wij praten, de rook kringelt gezellig omhoog. Wat had u gehoord willen hebben? Iets over Bach, Nabokov, Mendelssohn, de jonge Hitler, monsieur De Candelaer, de oplettendheid van ons koningshuis, trouwens van alle koningshuizen ter wereld, Jan Dismas Zelenka en waar hij zijn vreemde middelste naam vandaan heeft gekregen, u zegt het maar. Eerst even naar binnen, naar Eva, om te zeggen dat ik er nog steeds ben.

2 opmerkingen:

  1. Dat hoopte ik ook, Wouter. Maar waarom schrijft hij nou niet gewoon door? Dat vraag ik me af.
    Ik ben, maar dat wist je al, een grote fan van zijn werk. Ik mis zijn werk.

    BeantwoordenVerwijderen