dinsdag 23 december 2008

Op weg naar een sollicitatie

Een week na het CMF-debâcle ging ik kijken bij Bureau Van der Vliet te Bakkum. Dat was tenminste op befietsbare afstand: ik woonde toen nog in Limmen. Van der Vliet zetelde in een groot pand aan de Stetweg, schuin tegenover mijn oma’s huisje. Ik ging dus eerst naar haar toe om haar te zeggen dat ik ging solliciteren bij Van der Vliet. Ze maakte een ontstelde indruk. ‘Zou je dat wel doen, jongen?’ Jazeker opoe, natuurlijk! (Mijn vaders moeder noemden we oma, mijn moeders moeder opoe. Hun beider gezellen, mijn opa’s dus, waren beiden al overleden aan de kanker.)
Ik belde aan bij Van der Vliet en meteen kwam er vanuit de tuin een grote zwarte bouvier aangesprongen, kwijlend en blaffend. ‘Zo jongen, was jij geschrokken van al dat gebel? Kom maar hier,’ zeg ik, en ik begin de hond te aaien en te knuffelen.
‘Hector!’ schreeuwde er iemand binnensdeurs.
‘Hector is veilig bij mij!’ schreeuwde ik terug.
Toen ging de deur open, de man die Hector had toegeschreeuwd, liet de hond binnen en vraagt wat ik kom doen. Ik zeg dat ik Ben Hoogeboom heet, hij zegt dat hij Bernard van der Vliet is (ik nog vragen: ‘Is dat Bernhard met een h, of zonder h?’ Zonder h). Hij laat me zijn kantoor zien, waar een man of drie vier aan het werk zijn, en zegt: ‘Dit is mijn bedrijf!’
Even later zitten we in zijn privékantoortje, een heksenketel van vloeipapieren, paperclips en postzegels, waar Hector kalm tussen gaat liggen. Rechts van Bernard staat een pick-up en daarop draait zachtjes wat treurmuziek van Mozart. ‘Het kan ook harder, hoor,’ zegt Bernard en hij zet het volume wijd open. Zijn vrouw komt binnen en zegt: ‘Die kankermuziek, kan die uit?’ ‘O sorry, Thea! Thea, onze nieuwe kracht, Ben.’
‘Spreekt hij Frans, Duits en Engels?’ vraagt Thea.
‘Natürlich, mais naturellement, of course,’ verzeker ik haar. Ze stampvoet de deur uit.
‘Hector loopt wel eens weg,’ gaat Bernard verder, ‘dan loopt hij door heel Bakkum heen en de mensen zijn bang voor hem. Ik ben soms een halve dag kwijt om hem terug te vinden.’ (‘Maar gelukkig heb je een goed huwelijk,’ denk ik.)
Bureau Van der Vliet is een bureau dat deed in vakantiewoningen, het fijne weet ik er niet meer van, hoewel ik er een half jaar met veel plezier gewerkt heb.

5 opmerkingen:

  1. Maar wat dééd je daar dan voor werk?

    Perfect huwelijk lijkt me dat tussen Thea de Stamperd en Bernard zonder h.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Er moesten elke drie maanden vier folders van 24 pagina’s omvang persklaar gemaakt worden: in het Nederlands, Frans, Duits en Engels. Aanvankelijk deed Thea dat werk, maar daar had ze geen tijd meer voor.
    Het was, zou je kunnen zeggen, een opmaat voor mijn latere zetcarrière, want niet alleen de talen, het correctiewerk enzovoorts, maar ook de vormgeving van die folders kwam in mijn handen.
    Ze heetten overigens niet Van der Vliet. Hun echte naam doet ook niet terzake. Ze stonden in Bakkum slecht bekend: hun beider vaders en moeders waren NSB-ers geweest, en waren ook (volgens mijn opoe) in de oorlog fout geweest.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Meesterlijk weer. Wat een hoop gekken lopen er toch op deze aardkloot rond. Ik zou er bijna gelukkig van worden, als ik dat al niet was.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Volgens mij gebruik ik nogal vaak het bijvoeglijk naamwoord 'meesterlijk' om je werk te typeren. Excuses daarvoor, ik zou proberen wat meer variatie te betrachten. Aan de andere kant schrijf ik dat natuurlijk ook weer niet voor niets, dat begrijpt een kind.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. @ Max,
    En ik werkte ook nog samen met die Thea, kun je nagaan! Ik moest de eerste driemaandelijkse brochure maken, in de vier talen enzovoorts, en dat gaf natuurlijk moeilijkheden. Want je weet niet wat een onverzettelijk karakter ik tentoon kan spreiden. Maar dat maakte het ook zo leuk.
    Ik ben een zeer gelukkig mens geweest, in mijn banen.

    BeantwoordenVerwijderen