Posts tonen met het label hoeren. Alle posts tonen
Posts tonen met het label hoeren. Alle posts tonen

vrijdag 15 mei 2009

Zedeloze zaken

Een paar maanden geleden was er een bezoeker op dit blog, die bloemenhulde emmen had opgegoogled en die zo op mijn blog terecht was gekomen. Ik had nog nooit een letter over die bloemenhulde in Emmen geschreven, ik weet ook helemaal niet voor welke oud-verzetsstrijder of burgemeester of voor welk kamerlid van de Christen Unie of de PvdA die bloemenhulde was geweest.
Gisteren was er iemand uit Castricum die hoer aan huis had opgegoogled en die zo op mijn blog terecht was gekomen. Over een hoer aan huis heb ik ook nooit geschreven.
Misschien zal hieraan vanaf komende maandag een eind komen, want dan is Wolfram Alpha er. Dat is een zoekmachine die je rechtstreeks de antwoorden geeft op je vragen, en niet een eindeloze reeks pagina’s, zoals Google doet.
Google zag de bui al hangen, en heeft nu een paar wijzigingen aangebracht in zijn eigen zoekmachine, maar ze geven nog steeds geen direct antwoord op de simpele vraag hoeren aan huis castricum.
Om het afscheid van Google’s zoekmachine te vieren, ben ik eens op zoek gegaan naar de steller van de hoeren aan huis-vraag. Het blijkt de heer Anton Klopper uit Castricum te zijn, 46 jaar oud, alleenstaand, éénbenig (zijn linkerbeen is er twee jaar geleden afgehaald wegens botkanker in het bovenbeen). Hij werkt nog wat op de kinderboerderij bij het station, niet ver van zijn huis.
- Dus u bent de man die zocht naar hoeren aan huis, meneer Klopper?
- Inderdaad.
- Want u kunt moeilijk naar de dames van de Achterdam gaan?
- Dat klopt, ja.
- Het wegdek daar is ook niet je dat, hè?
- Neen, niet je dat.
- Een gehandicapte medemens zoals u zou eigenlijk een buurvrouw moeten hebben, nietwaar, die haar diensten...
- Inderdaad.
- Die haar diensten tegen een redelijk tarief aanbiedt.
- Uitstekend, ja.
- Bij welke thuishulp zit u?
- Evean.
- Dat is toch die thuishulporganisatie die adverteert met de slogan Fijn dat hulp zo compleet kan zijn?
- Inderdaad.
- Maar zo compleet is die hulp dus niet.
- Inderdaad.
Ik heb de heer Klopper nog geholpen bij het naar de wc gaan (wc was op de bovenverdieping) en toen ging ik maar weer eens terug naar Egmond aan Zee.

donderdag 14 mei 2009

Gewoonlijk verschenen ze anoniem

Daar hebben wij dus veel mee te maken gehad. Met van die seksismische zaken. En dan vroegen wij: waar gebeurde dat dan? Dan zeiden ze: buiten, daar. Waaro, vroegen wij dan. En dan kreeg je een antwoord van dat het gebeurd was op het Mercatorplein.
Dat is onze regio niet, dus wij zeiden: ga dan even naar de politie van het Mercatorplein, meisjes!
Maar evengoed, er gebeurt natuurlijk wel wat op de weg. Zedeloze zaken en zo. Met pooiers erbij! Vroeger zou je zeggen, hangjongeren. Ja meneer, dat ontplooit zich als de pest, hoor!
Ik kom laatst in De Vuist, dat is een kroegje van die stuntjongens en zo. Ik was er in functie, zoals dat heet, want daar was al het een en ander aan het etteren. In die buurt.
Afijn, er komt een meissie op me af met ‘Pliesie?’
Ik vragen: ‘Ja?’
Dat was een áárdig meisje om te zien, bruin haar en bruine ogen. Toverogen, als ik zo vrij mag zijn. Amandelogen.
Dus ik vraag wat er is, en ze komt naast me zitten. Ik bied haar een drankje aan, want ik zat zelf aan mijn eerste pils. Tweede pils, daar zat ik aan. Dus ik zeg tegen de barkeeper: doe dat meisje ook een drankje.
Wat wilt u, vraagt die barkeeper aan dat meisje. Dat meisje zegt: ‘Een Druppo, doe dat maar, Kees.’
‘Een Druppo voor madame,’ zegt Kees.
Ik begrijp er niks van. Maar toen die Druppo werd néérgezet, begon ik, héél langzaam, te vermoeden waarover ze me zou willen spreken. Over zulke zaken kunnen wij natuurlijk niet spreken, want dat is onder de politie.
Maar het is soms erg.

zaterdag 31 januari 2009

Een zacht, verleidelijk gelach

Zo was ze helaas, meneer. Ze hád lerares of pianiste kunnen worden, of ze had in het ballet kunnen gaan. Maar toen ze eenmaal zestien zeventien jaar werd, liep ze de kroegen af. Want dat was gratis, zei ze. Ze hoefde je maar eenmaal aan te kijken en wat te ginnegappen, en daar stond weer een glaasje. Wijn of cointreau, bacardi-cola. Ze dronk alles, maar geen bier en vruchtensappen. Daar word je dik van, zei ze altijd.
We hebben d’r ook een goede opleiding gegeven. Ze had HBS-A, ze had een typediploma, ze kon zo aan de slag. Maar nee, aan de slag gaan, daar had ze geen zin in.
Afijn, u weet hoe het gaat met zulke meiden, meneer. Het gaat van kwaad tot erger, niet? Ze ging uit huis, ze verhuisde naar Amsterdam en daar komt ze Tante Leen tegen. Helaas. Ik weet niet wat Tante Leen tegen haar gezegd heeft, het zal wel zoiets geweest zijn zoals ‘Kom jè maar bè mèn, mèssie.’ Dat deed Coba, want ze heette Coba. Ze heette geen Corinne, dat was pas later. Tante Corinne.
Ze moest achter een raam gaan zitten, de hoer spelen. En ik ben ervan overtuigd dat ze dat goed kon, met die verleidelijke lach van haar. Je mag best weten dat ik ook een keer langs ben geweest. Niet als hoerenloper natuurlijk, want je bent haar vader, niet? Maar om haar toe te spreken, maar ze zei weer: ‘Ik leef gratis, pa!’ Ze had toen zo’n hoog opgestoken pikzwart kapsel, dat moest ze waarschijnlijk na elke beurt opnieuw opsteken.
De jaren gaan voorbij, we krijgen af en toe cadeautjes van haar. Horloges, kettingen, dat soort dingen. Prijzig spul steeds. En ik lees in de krant dat een zekere Tante Corinne is opgepakt door de politie. Ik bellen, en ja hoor: het was onze Coba. Ik dus naar Amsterdam. Wat denk je? Had ze de onzedelijkheidswetgeving overtreden, ik heb er maar niets van gezegd in het dorp waar we woonden. Ze moest een maand of drie het cachot in, en ze zegt tegen mij: kun jij mij niet helpen, papa? Met dat verleidelijke lachje. Dus ik zeg: natuurlijk help ik je!
Dus sindsdien houd ik haar meiden in de gaten, zie je?