Posts tonen met het label communisme. Alle posts tonen
Posts tonen met het label communisme. Alle posts tonen

donderdag 26 maart 2009

Rampen voltrekken zich!

Het is dan ook niet meer dan normaal dat ook wij, communisten, zich daarover uitspreken. Karl Marx, onze grote voorganger, was al voor revolutie. Democratisering van de werkmiddelen. Dat zei hij al, samen met Fridryck Engels, toen er nog helemaal geen crisis wás!
Toen er nog helemaal geen crisis was.
Maar die crisis is er nu wél, partijgenoten!
Hoe te reageren.
Ik zou allereerst zeggen: de maatregelen van de burgerlijke partijen, die klóppen gewoon niet. Dat pást niet. Die verhoging van de pensioenleeftijd, wie is daarvoor?
Dat dacht ik wel: niemand.
Dat bedoel ik ook met democratisering. Als een hele partij zich verzét tegen iets, dan heeft dat vanzelf iets... democrátisch! Laten we dat vanavond ook maar even vieren!
En wie is ervoor dat de vliegtax wordt gehandhaafd? Juist, iedereen! Onbegrijpelijk dat een regering — met daarin de zogenaamd socialistische partij PvdA! — daarmee akkoord is gegaan.
Wij zijn dus vóor een duurzame economische vooruitgang, maar wij zijn tégen massa-ontslagen.
Wij zijn natuurlijk ook tegen die 67 jaar, waar mevrouw Jongerius, van de zogenaamd socialistische FNV, mee ingestemd heeft. Maar die FNV stemt nou eenmaal met alles in waar de werkgevers in de SER mee aankomen. Die werkgeversbonzen zeggen, da’s peanuts, die 67 jaar, maar vraag dat maar eens aan onze leden!
Maar wij weten nog goed dat mensen van 64, 65 jaren oud — zij kunnen de krenten in de pap zijn! Wordt lid!

vrijdag 20 maart 2009

Nauwelijks acht jaar oud

Ik ben tenslotte uitgegroeid tot een lengte van 1 meter 78, dus ik klaag niet meer, maar toen ik zeven of acht jaar was, was ik een klein, bleek en mager scharminkeltje. Ik was ook overal bang voor, speciaal voor mensen met donker haar. Als ik op een krant stond, had ik hoogtevrees. Als ik een spin zag, begon ik te zweten (zweten deed ik niet bij honden, koeien, schapen of paarden: ik voelde dezelfde angst die zij hadden, dus dan hoef je niet meer bang te zijn). Onder mijn bed bevonden zich giftige slangen, inbrekers en moordenaars. Als zich ’s nachts iemand naar de wc begaf, vermoedde ik overvallers met pistolen en messen. Ik kroop dan onder mijn dekens, want dan zouden ze mij vermoedelijk overslaan.
Op een keer moest ik naar de buren toe, de familie Dekker, om Ans te halen. Ik wist niet waarom. Ans was een zestienjarig meisje, ze had ook een broer Kees, die iets jonger was. Kees was zeer lang en had donker haar. Kees was thuis en tilde mij op, zeggende: ‘Zo jongen! En wat kwam jij doen!’
Later is Kees Dekker de communistenleider van Limmen geworden, u weet nu waarom ik me nooit tot het communisme aangetrokken heb gevoeld. Altijd bang dat je opgetild wordt. Een soort hoogtevrees.
Ans Dekker, die tenslotte meeging naar ons huis, bleek onze dienstbode te worden en ze is dat tien jaar lang geweest. Ans was een mooi meisje, ze trouwde later met Theo Dekker (geen familie van haar, in Limmen waren talloze Dekkertjes), de altijd zeer grof en kneiterhard spelende stopperspil van het eerste elftal van de RKVV Limmen.
Mijn verhouding tot Ans is in alle jaren dat ze bij ons dienstbode was, zeer goed gebleven. Nooit één woord ruzie. Totdat ik haar vertelde — dat was toen ik achttien was geworden en Ans getrouwd was — dat ik op twaalf- of dertienjarige leeftijd bepaalde seksuele fantasieën had gehad waarin zij een grote rol had gespeeld.
‘Rotkind,’ zei Ans, ‘donder toch op!’