maandag 8 december 2008

Ik ga ze niet verbeteren

Ik ben nooit streng geweest voor mijn kinderen. Ze mochten alles. Dat is mij, Alex Thoeman, wel verweten door sommige ouders. En ik ben hier en daar wel eens wat te toegeeflijk geweest. In het taalgebruik bijvoorbeeld.
De jongens spraken het Derper dialect. Hij leeft niet meer bijvoorbeeld, dat werd Hai laaft neeit mir. U hoort wel hoe charmant en zangerig het Derps is. Ik heb er grote spijt van dat ik dat dialect niet heb tegengehouden, want ze moesten vervolgens naar een Mulo of Lyceum (Loahsaaj’m) in de grote stad Alkmaar en daar vielen ze door de mand. Met hun toch vaak grote vaardigheden zakten ze door het ijs. Door dat dialect.
De jongens werden eenvoudigweg niet verstaan buiten het Derp. Buiten de Trompschool al bijna niet, hoor, dat moet ik er wel bij zeggen. Want ik leerde ze allerlei nieuwe woorden in het dialect, die ze hun ouders moesten uitleggen! Daar had ik plezier in. Een woord als strangdkreeltjes heb ik bijvoorbeeld in het Derps gebracht, dat betekent: krieltjes, dus kleine aardappeltjes, die op het strand groeien, dus zeer armoedig voedsel. Je kon dus bijvoorbeeld zeggen: Hai laaft neeit mir van de strangdkreeltjes. Hij is van de honger omgekomen.
Ik kom zelf uit het oosten van het land, ik ben een Twentenaar, maar toen ik hier kwam, moest ik zeer wennen aan de Derper taal. Onverstaanbaar. Hij fietst werd bijvoorbeeld uitgesproken als hai wreeit. En hij fietste dáár werd hai wreeit deer. Dus van tegenwoordige en verleden tijdsvormen wisten de Derpers niet alles.
Ik kom sommigen van mijn jongens nog wel tegen en dan praten we nog in het Derps, dain preeiten wai naag ien het Derps.

3 opmerkingen: