woensdag 17 september 2008

Een absoluut verbod

Mevrouw de voorzitter,
Gehoord de besprekingen zou ik nog een stap verder willen gaan. In de jaren tien, twintig, dertig, veertig en vijftig van de vorige eeuw was het heel normaal voor mannen om een hoed of pet te dragen in het publieke domein. Zag men een foto, die van boven af genomen werd van een menigte mannen, dan zag men hoeden op de eerste plaats en pas daaronder zag men een gedeelte van de man. Of die foto nu in Parijs, Londen of Berlijn genomen was.
Moeten we niet weer naar die tijd terug, vraag ik de Kamer? Moeten we niet toe naar een absoluut verbod op kaalhoofdigheid, op hoedloosheid?
‘Mevrouw Kant.’
‘Ja, meneer! En wie zal al die hoeden gaan betalen?
Een mens draagt één hoed, mevrouw Kant, dat kan er wel van af. Dat verbod op kaalhoofdigheid moet natuurlijk ook gelden voor de dames. Zij kunnen kiezen uit een hoofddoekje of een hoedje of weet ik wat.
‘Meneer Wilders.’
Meneer Wilders trekt zich al terug, zie ik. Nee, hij komt terug. Zegt u het maar, meneer Wilders.
‘Het burka-verbod, hoe staat het daarmee?’
Dat blijft natuurlijk bestaan, maar een hoofddoekje, ik zie niet wat daar tegen in te brengen is. Nee, het is ook nog een goede zaak voor de Nederlandse hoedenindustrie!

1 opmerking:

  1. Ik ben er helemaal voor. Alleen een alpinopet vind ik iets minder.
    Zelf geef ik de voorkeur aan zo'n hoedje zoals Krista van Velzen gisteren droeg, maar dan wel van kunstbont.

    Leuk stukje Ben!

    BeantwoordenVerwijderen