donderdag 4 september 2008

Leuke tijd

Ik ben geboren in 1953, en de leukste tijd van mijn leven - na de huidige - is mijn jeugd geweest. Ik ben beschermd opgevoed door twee ouders die er geen verstand van hadden hoe dat nou moest. Professionele opvoeders waren ze zeker niet. Op mijn negende kreeg ik een bril en ook op mijn negende kwam er een bibliotheek in mijn geboortedorp. Ik besefte meteen dat ik nu alles kon lezen wat er geschreven was. Heerlijk gevoel, ik herinner me nog dat ik dat voelde.
Ik ben nog steeds een beetje jaloers op mensen die Pnin of Tsjevengoer nog niet kennen. Die kunnen die boeken nog lezen, denk ik dan. Ikzelf heb alleen Don Quichote nog niet gelezen, maar dat ga ik zeker nog eens doen, en dan heb ik de hele wereldliteratuur zo ongeveer wel gehad.
We liepen eens een rondje door het dorp - het moet wel op een zondagmiddag zijn geweest, moeder aan de kinderwagen met een volgend zusje erin, vader had mij aan de hand. Toen zegt hij: ‘Ik heb een raadsel voor je, Ben. Goed luisteren. Wat hangt er aan de wand boven de piano, is oranje, nat - en kan brullen?’
Ik fronste mijn wenkbrauwen, maar ik had geen idee, dus ik zei: ‘Ik heb geen idee.’ We moesten volgens vader altijd precies zeggen wat we dachten. Een goed advies, vind ik nog steeds.
Vader zegt: ‘Een haring!’
Ik zeg: ‘Een haring? Maar die hangt toch niet boven de piano?’
‘Dan hang je hem daar op,’ zegt mijn vader.
‘En een haring is toch niet oranje?’
‘Dan verf je hem oranje.’
‘En een haring is toch niet nat?
‘Als je hem geschilderd hebt, dan is hij nat.’
‘Ja maar... een haring kan niet brullen!’
‘Dat klopt,’ zei mijn vader met een glimlach, ‘dat brullen heb ik alleen maar genoemd om het raadsel moeilijk te maken.’ Mijn moeder lachte hartelijk. Mij was de pointe van de grap ontgaan, maar ik lachte hartelijk mee.
Dat soort opvoeders, wil ik maar zeggen. Op mijn zeventiende kreeg ik mijn eerste depressie en toen was de grootste lol er wel van af.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten