vrijdag 7 november 2008

Immèns veel!

- Meneer Hoogeboom, u schrijft zoveel - waarvoor onze hartelijke dank overigens - dat de lezers zich langzamerhand beginnen af te vragen: hoe doet hij het?
- Hoe ik het doe? Tja.
- Is het een dagelijks ritmepatroon? Dat u elke dag inspiratie krijgt? Of hoe gaat dat?
- Hoe het gaat?
- Ja. Want sommige lezers zijn rood van jaloezie.
- Ik zal het u vertellen. Als je één stukje hebt, dan maak je een tweede stukje. Heb je dat tweede stukje, dan maak je het derde. Dat is het eigenlijk.
- Maar...
- Geen gemaar, je gaat zitten en je schrijft je stukje.
- Maar hoe, zouden de lezers willen weten.
- Ook dat zal ik u vertellen. Een paar maanden geleden stelde Wouter van den Berg, een goede internetvriend, me voor om samen iets te gaan doen. Ik zei: oké. Laten we het dan zus en zo gaan doen. Wouter was het met dat zus en zo eens, en we gingen het zo doen. Ik begreep bijna direct dat die schrijfmethode een ideale is. Voor mij dan, voor Wouter minder.
- Dat blog is gestopt inmiddels?
- Dat is over, ja. Helaas. Maar die methode hanteer ik nu dus nog steeds op mijn eigen blog.
- En wat is dan die methode?
- Het is een uiterst eenvoudige, oulipo-achtige methode. Sorry voor het grapje. Ik kon het niet laten. Het is eigenlijk letterlijk zo, dat als je één stukje hebt, je vast en zeker een tweede stukje kunt maken. En daarna een derde. Daarna een vierde. Enzovoorts. Je hebt er geen inspiratie bij nodig, je gaat zitten, leest dat stukje dat je gisteren geschreven hebt, en je schrijft het volgende stukje. Heel simpel.
- Ik ben bang dat onze lezers het nog niet snappen.
- Dat is meestal zo met goede ideeën. Welnu, guitige man! Je gaat zitten en je leest het stukje dat je gisteren geschreven hebt. Daar staan een paar honderd woorden, zinnen, zinsdelen in, waar je iets mee kunt doen. Als je er één hebt gevonden, zoals Immèns veel!, dan neem je dat als titel voor je volgende stukje.
- Aha!
- Inderdaad.
- Maar dan moet dat stukje nog wel geschreven worden.
- Uiteraard. Maar je hebt geheel gratis een titel in de schoot geworpen gekregen. Een onderwerp. Zodat je geen moment van inspiratie nodig hebt. Het is dus echt zo: je gaat zitten en je schrijft. Elke dag weer. Ik heb mezelf wel een kleine belemmering toegestaan: ik had ook als titel De ideale volksvertegenwoordiger kunnen kiezen, maar dat onderwerp had ik gisteren al behandeld, dus dat doe ik niet een tweede keer. Maar met Immèns veel! kon ik u laten komen, om mij te interviewen, en dat heb ik graag gedaan.

2 opmerkingen:

  1. Een heel leuk stukje en nu weten je lezers ook welke methode je gebruikt om je stukjes te schrijven.
    Misschien krijgt het navolging?

    BeantwoordenVerwijderen