dinsdag 6 januari 2009

Het goede voorbeeld

- Jij bent schaakcoach geweest.
- Schaaktrainer ja, een jaar of twaalf.
- Toch was je geen groot schaker.
- Nou, ik heb een keer remise gemaakt, in een simultaanpartij, dat wel, tegen Jan Hein Donner.
- Vertel daar eens wat meer over.
- Ik was zestien. Tja, het was een Grünfeld-Indiër met g3 en c6, een ouderwetse, vervelende variant. Van de doden niets dan goeds, maar Donner vond ik een slecht opgevoed mens. Hij gaf me zo’n half handje toen we remise hadden gemaakt en vloekte er binnensmonds bij.
- Maar dat is eigenlijk je enige schaakprestatie.
- Ja.
- Toch ben je schaaktrainer geworden.
- Ja.
- Waar?
- In Alkmaar. Op een paar scholen, en op een schaakclub. Het was in de jaren dat Jan Timman het toneel nog beheerste, met mensen als Karpov, Andersson, Kortsnoj en later natuurlijk Kasparov.
- Hoe gaf je les?
- Dat weet ik eigenlijk niet meer. Ik zorgde dat ik voor ieder uur dat ik les moest geven, een verhaal had.
- Dat verhaal schreef je ook van tevoren op?
- Nee. Dat verhaal bedacht ik en daar knoopte ik dan een paar schaakstellingen aan vast. En ik zorgde voor wat huiswerk dat de kinderen moesten maken. Ik gaf ze bijvoorbeeld een stelling uit het Gesloten Spaans, en dan zei ik: speel met wit en met zwart de volgens jou sterkste zetten, en leg uit waarom je die zetten speelt. Dat huiswerk leverden ze dan de volgende week bij me in en dan was ik een avond bezig met hun vondsten. Daar schreef ik dan weer over, dat was mijn huiswerk, en dat gaf ik ze dan de volgende week. Teksten zoals Aha, slim, attractief en agressief spel. Het lijkt wel op het spel van grootmeester Efim Geller! rolden er gemakkelijk uit. Daar deed ik dan een partijtje bij dat Geller gespeeld had. Zo werkte ik.
- Interessant. Zijn er nog kinderen van je doorgebroken?
- In het schaken? Nee hoor. Het zijn wel allemaal goede mensen geworden, maar ik geloof niet dat dat door mijn lessen is gekomen. Schakers, dat is over het algemeen goed volk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten