zondag 15 februari 2009

Een goed mens

‘... die heette ook Frans. Frans van Dalen, hij woonde aan de Noordvaart 24, in dat huis dat eind van de jaren zestig in de fik is gevlogen. Manse Frans werd hij in Dirkswoud genoemd.’
Aan het woord is Frans Kesseling, 85 jaren oud, oud-hotelbediende in Hotel De Banier te Dirkswoud. Het Dirkswouds dialect is zoveel als mogelijk is vernederlandst.
‘Manse Frans had in de jaren twintig aan een loterij meegedaan en daar had hij een flinke som geld mee gewonnen. Wat doet hij met dat geld? Langzaam uitgeven in ons hotel. Hij ging niet naar Parijs of Barcelona want hij had enorme heimwee. Hij kon niet weg uit het dorp. Dus zo heb ik hem leren kennen, want hij kwam elke avond eten bij ons. Bonensoepje vooraf. IJsje toe. Hoofdgerecht: wat de pot schaftte. Wat dat kostte, toentertijd? Een paar guldens. Frans gaf altijd een fooi van een gulden aan het bedienend personeel. Maar let op: hij gaf alleen fooi als hem een verhaaltje was verteld door een van ons. Afijn, zo was de situatie toen ik in 1941 kwam werken in het hotel. Ik was een jaar of zeventien. Frans zegt, kom eens hier, jongen, vertel jij ook eens een verhaal. Het maakte hem niet uit of het echt gebeurd was of niet. Dus ik vertel hem het verhaal over De Moord te Dirkswoud, nietwaar, met die man die met z’n kop in de toiletpot overleden is. Het wordt een jaar later en het hotel is bevolkt met Duitse troepen, die met meisjes uit het dorp feest aan het vieren zijn. Eén van die Duitsers heette Heinrich en die was nog manser dan Frans. Een opschepper eerste klas, met zijn deutsche Reich en zo. Afijn, u raadt het al, hè? Heinrich wordt op een avond gevonden in de wc van het hotel. Kop in de toiletpot. Dood. Ik wil niet beweren dat Frans hem vermoord heeft, maar...’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten