dinsdag 17 februari 2009

Zware tijden

Het was interessant werk dat ik deed, meneer. Je had de VT, dat was de vroegtrein. Je had de MVT, dat waren de middelvroege treinen. En je had de LT, daar kon je beter niet bij zitten, want dat waren de laatste treinen die reden. Dan was je ’s nachts aan het werk. Ik zat bij de dienst PVT, de dienst poststukken vroegtrein der PTT. Dat stond voor Post Telegraaf Telefoon, een degelijk bedrijf, toen.
Je moest onzichtbaar zijn, hè. De mensen hoefden niet te weten wat er met hun poststukken zoal gebeurde. En ik deed de landelijke verspreiding buitenlandse poststukken, de LVBP, op het station Utrecht. Dus ik verdeelde die poststukken over de diverse trajecten. Als de VT eraan kwam, stond ik al op het perron met mijn wagonette. Zo noemden wij zo’n wagentje.
Op een ochtend —het was in 1970 of 1971, het was de tijd van Golda Meir — dacht ik opeens: ik moet er eens een hobby bij zoeken. Israel! Daar kwamen een hoop poststukken vandaan, de meeste voor Den Haag. Den Haag, dat was me te link, want je weet het niet, hè. Maar er waren ook poststukken voor privé adressen en die heb ik nog allemaal hier in mijn kibboetsschuurtje. Zo noem ik mijn schuurtje.
En ik deed het niet voor het geld, hoor. Rekeningen, bankcheques en zo stuurde ik gewoon door, een dag later. Maar ik heb een grote kennis van het land Israel gekregen, in de loop der jaren.
Dankzij de PTT.

1 opmerking: