
We moeten, de Nederlandse leeuw aanbiddend, weer aan het werk, met solide maaltijden in onze maagjes! In de jaren vijftig, waar oom Ben uit vandaan komt, was het óók erg. Ik ben dus wel iets gewend, kinderen! In de andijvie — die je nog zelf moest fijnsnijden — zat soms een kever of slak, maar die at je gewoon mee op. Meer vlees kwam er niet op je bord!
Het waren armoedige tijden, kinderen. Aan de andere kant: er was toen ook geen misdaad, want er was bijna niets om mis mee te doen! De groentenman kwam met zijn wagen langs de deur, en klaar hup, zo ging het. Witlof gaargekookt, spruitjes idem dito, snijboontjes, aardappelen met plekjes erin, dát konden we krijgen! Zo ging het, dag in dag uit. Niets geen yoghurt-roomtoetje met perziksmaak!
En nu? De schappen staan vol met overbodigheden waar we ons lens aan betalen! Ik noem slechts de afdeling kippen. Overbodig, boventallig! Kijk nu naar mij, kinderen, ik ben er toch ook goed uitgekomen? Dus wat gaan we doen? Juist!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten