vrijdag 31 oktober 2008

Dienstmakkers

Ik heb in 1971 dertien dagen in dienst gezeten, in de kazerne van Kampen. Het was nog verplichte dienst, toen. Als je niet kwam opdagen, werd je opgehaald door leden van de Militaire Marechaussee. Je kon ook wel ‘dienstweigeren’, maar dat was een heel gedoe: dan moest je een pacifist zijn of een Jehovah’s Getuige, dat hielp ook. Maar een pacifist zijn, als je nog maar negentien jaar bent! Ik ben trouwens nooit een pacifist geweest: er zijn jaren geweest dat ik een slagersmes onder mijn bed had liggen. Voor als er eens een dief zou binnenkomen.
Na dertien dagen van gezeur moest ik naar een dienstpsychiater in de kazerne van Utrecht, die mij geheel terecht afkeurde, met een S5, voor – meen ik – alle werk bij de overheid.
Die kazerne in Kampen was een kazerne waar je werd opgeleid tot communicatiespecialist – het was wel goed gezien dat ze me daar naartoe gestuurd hadden: ik schreef toen al stukjes zoals dit, en ook in dezelfde stijl – maar dat weerhield de heren officieren er niet van ons ook kennis te laten maken met het eeuwige, uiterst domme gemarcheer, het eveneens zeer domme gedoe op hun stormbaan, het vroege opstaan, en het uitnemen en weer in elkaar zetten van Uzi’s.
Afgelopen dinsdag was er een reünie van de lichting 1971-II, afdeling Kampen, in een Van der Valk te Vianen. Ik er dus ook maar heen. Ik kom daar en ik zie verschillende bekende koppen van ouder geworden jongens uit Veghel, Eindhoven, Schagen, een plaatsje in Zeeuws-Vlaanderen, Bodegraven, Sprang-Capelle, die ik sinds april 1971 niet meer had gezien.
Reünies geven redenen tot vreugde, zoals u weet, en het was met deze bijeenkomst niet anders. Het gepraat over de verschrikkelijk mooie tijd te Kampen was niet van de lucht.
‘Als er ook meisjes in dienst hadden gemoeten, en als er ook meisjes in Kampen waren geweest, had ik misschien overwogen géén S5 te halen,’ zei ik. ‘Want ik was niet tegen het leger, ik was alleen tegen de versuffende manier waarop men ons bezig hield. Voorts heb ik altijd mijn belastingen betaald, maar ik hield het in Kampen niet langer uit dan dertien dagen. Ik heb gezegd.’
Zoiets moet je niet zeggen op zulke vreugdevolle vergaderingen. Men kwam om mij heen staan, vooral die gozer uit Eindhoven keek zeer dreigend naar mij, hij kwam op me af, maar werd tegengehouden door een paar lui die zeiden: ‘Laat hem nou maar, Peet. S vijfje, die is niet helemaal in orde.’
‘Dat klopt,’ wist ik nog toe te voegen, voordat ik moest vluchten uit Vianen, ‘niet helemaal in jullie orde.’

4 opmerkingen:

  1. Dienstplicht! Gelukkig is het afgeschaft. Als je dienst weigerde moest je vaak vervangende werkzaamheden doen.
    Met een S5 word je geacht instabiel te zijn en aldus ben je niet geschikt voor werk bij de overheid, wat voor soort werk dan ook. Maar ook in het bedrijfsleven blijven veel deuren voor je gesloten.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dat werd er ook dreigend bij gezegd: nu kun je nooit meer werken bij de overheid. Alsof ik dat wou!
    Ik ging werken als zetter bij verschillende drukkerijen. Als ik voor het eerst aankwam bij een drukkerij, had ik altijd een mapje met recent zetwerk bij me. Dat liet ik zien, en dan werd ik aangenomen, nadat ik ook nog had gezegd: ‘Ik heb een S5 gehaald in dienst, dat is ook nog een aanbeveling.’

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Voor sommige beroepen zou het wel een pluspunt kunnen zijn, vooral al je ook nog eens 'unclubbable' bent

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Dat zou kunnen, ja, ik bracht het tenminste als een aanbeveling.
    Later zei ik erbij: ik kom om te werken, ik vergader niet en nooit, nergens over.
    Dat werd ook op prijs gesteld.

    BeantwoordenVerwijderen