- Hoe gaat het vandaag met je, Ben?
- Betrekkelijk goed, moet ik zeggen. Ik kan weer aardig lopen.
- Kon je dat dan niet?
- Gisteren bijna niet, nee. Een off-day was het gisteren. Ik heb gisteren een paar uur door mijn huis heen en weer gelopen, al oefenend, en toen leek het wel weer te gaan.
- Vandaar.
- Wat vandaar?
- Je had gisteren geen woorden gedaan op je andere blog. Maar dat begrijp ik nu wel.
- Dat is er bij in geschoten, ja. Kwam ook doordat Alice gisteren weer naar huis is gegaan. Altijd een droevige dag. Ik moet er dan weer aan wennen alleen te zijn.
- Ons soort mensen hoort ook niet alleen te zijn.
- Nee.
- Mijn productiviteit neemt ook niet af wanneer Alice erbij is. Ik schrijf mijn stukjes en als ik ze af heb, laat ik ze als eerste aan haar lezen.
- Nu gaat deze dialoog helemaal verkeerd. Ik schrijf die stukjes en ik laat ze aan Alice lezen.
- Pardon.
- Maar je hebt helemaal gelijk. Het schrijven van deze stukjes is een stuk eenvoudiger wanneer Alice in de buurt is.
- Wanneer komt ze definitief bij je wonen?
- Binnen een half jaar. Of binnen een jaar. Of twee jaar. Dat weet ik eigenlijk niet.
- Dan kun je je zegeningen tellen.
- Ik tel ze al.
Kansrekening
-
Een van de leukste kansrekeningsproblemen die ik ooit heb gezien is dit.
De winnaar van een quiz (denk Berend Boudewijn, Willem Ruys, Mies Bouwman,
missch...
12 jaar geleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten