zaterdag 21 maart 2009

Dus ik klaag niet meer

Ik ben in die zin geen Nederlander dat ik nooit klaag of aanklaag of klachten neerleg. Zo is de Derper supermarkt grondig verbouwd en vandaag voor het eerst weer open. Het ziet er prachtig uit, hoor, maar voor de verse groenten moet je er niet meer zijn. Ik zag er geen witte kolen, groene kolen, savooiekolen, Chinese kolen. Die nemen ook teveel plaats in natuurlijk. De strekkende meters onzinnigheden daarentegen — laat ik daarover ophouden. Er is nog een ouderwetse groentenboer, een straat verderop.
Zo kun je ook klagen over die bonussen die door ING uitbetaald worden. Maar waarom daarover klagen? Omdat die mensen meer verdienen dan jij?
Ik ben zo’n dertig jaar lang depressief geweest, vanaf mijn 17e jaar. Dat wil zeggen, ik heb dertig jaar lang depressieve buien gehad en tussendoor ook heerlijke perioden. Ik heb ook tijdens die depressies nooit geklaagd: zo van waarom heb ik dat nu? Ik heb die depressies verdragen en ik heb volop genoten van de perioden tussendoor. Ik zou het niet gemist willen hebben.
Dat komt onder meer doordat ik het een en ander over depressies gelezen heb. Er dus iets van af wist. Wist: dit is eindig. Niet eeuwig. (Al waren er minuten en uren bij die een eeuw leken te duren.)
Ik heb één keer geklaagd. Dat was bij een buschauffeur die teveel rekende voor een ritje Limmen-Alkmaar. Het speelde in de tijd vóór de strippenkaarten. Ik zei er iets van en de chauffeur zei sorry, en corrigeerde het.
Toen ik in Alkmaar uit de bus stapte, werd ik overreden door een dame op een ouderwetse zwarte damesfiets. Dat komt er nu van als je klaagt, was mijn eerste gedachte. Ik was zeer zwaarmoedig en moest in Alkmaar bij een psychiater op consult komen, maar dat ongelukje zorgde toch voor verlichting van mijn gemoed.
En zo is het nu altijd, dames en heren, het kan het beste maar zo’n beetje huilerig motregenen, buiten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten