vrijdag 27 maart 2009

Onze grote voorganger

U weet, dames en heren raadsleden, wie onze grote voorganger was? De stichter van ons prachtige Dirkswoud? Dat was Dirk II van Bredeveld, die in het jaar 1011 met zijn mannen de streek binnenviel, strijd leverde met de Westfriezen en met grote voortvarendheid kasteel Bredeveld liet bouwen. Daarvan hebben wij de archeologische resten in 1964 gevonden aan de Noordvaart.
De tinnen borden waaruit ze gegeten hebben en de prachtig gegrafeerde drinkbekers — de Dirkswouder drinkbekers of Dirksbellen worden ze genoemd in de antiekwereld — staan allemaal in ons dorpsmuseum De Toendra.
Dirk maakte van dit kleine gebiedje een aparte vrijstaat, en dat is Dirkswoud ook gebleven tot 1329, het verschrikkelijke jaar van de branden en de overvallen door de Westfriezen.
Maar terug naar het jaar 1011, de stichting van Dirkswoud. Dat is over twee jaar dus duizend jaar geleden. Wat gaan wij daaraan doen, dames en heren?
Een historisch spel, zegt u. En wie moet er dan voor Dirk doorgaan? Hij had volgens de overleveringen een ontzettend zware stem. O wacht, Barend Wiesman van de toneelvereniging! Hij moet dan wel zijn Amsterdamse accent, u weet wel, ‘Kraag de tering!’ en zo, dat accent moet hij eens afleren, want Dirk was dan wel een vechtersbaas en een hoerenloper, maar hij was toch een nette man.
En nu we het daar toch over hebben, wie zullen de hoertjes worden? Want u weet dat Dirkswoud door Dirk is opgericht als hóerenvrijstaat. Er zal wat mannelijk vocht zijn verspild, in de goede jaren! Ik stel voor dat álle bewoonsters hoertjes worden, uiteraard alleen voor het jaar 2011.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten