zaterdag 30 mei 2009

Bewapen u met slagersmessen

Vanmiddag zijn Alice en ik ‘naar de terrassen’ geweest, hier ten dorpe. We gingen, na een voettocht over de braderie (waar een kwajongen schreeuwde: ‘Voor het goede doel! In India! Suikerspinnen voor slechts één euro!’), zitten op het terras van Het Wapen van Egmond. Een goed terras, vinden ook verschillende vogelsoorten.
Naast ons kwamen een man en een vrouw zitten. De vrouw leek me een neerslachtig, grijs type. De man was de baas in huis. Toen zijn vrouw bij hun bestelling van twee koffie vroeg: ‘Zullen we ook nog een amaretto-gebakje nemen?’ was zijn norse antwoord: ‘Nee, geen gebak bij de koffie. Dat verspilt je smaak.’
Wij bestelden gebakken schol en een vispannetje. Toen die gerechten na tien minuten arriveerden, zei de man tegen de vrouwelijke ober: ‘Lekker snel!’
Maar wij hebben genoten. De schol was lekker gebakken en het vispannetje was een pannetje met vis (zalm, kabeljauw, zeeduivel) in een kreeftensaus met groenten. Toen ik eenmaal zat te eten van het vispannetje, zei de man: ‘Kijk, dat zou ik nou nooit kopen, zo’n vispannetje. Je weet niet wat er in zit. Nooit kun je dat weten. En het is niet goed voor je smaak.’
Ik had ook om brood gevraagd. Dan kon ik, zoals de Fransen dat doen, de kreeftensaus opdeppen. Toen ik dat deed, zei de man: ‘Moet je dat nou zien! Onbehouwen gedrag noem ik dat.’
Het laatste boterhammetje scheurde ik in stukjes en wierp ik over de vloer van het terras. Voor de vogeltjes. De man: ‘Wat zei ik je? Moet je kijken. Die rotvogels zijn zo brutaal als de honden, en wij kunnen zo over ze struikelen!’
Toen de vrouwelijke ober de tafel leegmaakte en we betaalden, zei ik: ‘Dat vispannetje was heerlijk. Zegt u dat maar tegen de kok!’
Waarop de man me hatelijk nasprak: ‘Zegt u dat maar tegen de kok!’
Ze zijn er in soorten en maten, zei mijn vader vroeger al.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten