maandag 4 mei 2009

Een verschrikkelijk feit

Een verschrikkelijk feit zou zich kunnen voordoen, als Alice morgenochtend toch zou besluiten naar huis terug te keren. Ze is nu hier, in Egmond, sinds woensdag. Ze slaapt nu. Ik kan niet meer zonder haar. Haar gezicht, haar lichaam, haar verstand. Alles. Haar liefde.
Er is een kans dat ze nog een dag blijft. Haar zoon, Alfredo (ik kan zijn naam ook niet anders verzinnen) had gevraagd om een substantiële bijdrage in geldvorm. Die kreeg hij vanzelfsprekend. Als die bijdrage morgenochtend op zijn rekening staat bijgeschreven, is alles oké. Staat die bijdrage er niet, dan voldoet zich het verschrikkelijke feit.
Het is dus: Alfredo versus ik.
Maar eigenlijk is dat niet zo. Alfredo! Je moeder gaat ooit verhuizen naar Egmond aan Zee. Dat staat wel vast. Het is een rustige buurt, hier. Weinig moorden of overvallen etc. Het laatste wat ik heb meegemaakt, was drie jaar geleden: een nachtelijke overval op Snack Plaza, 50 meter van mij vandaan. Die overval mislukte. Dat moeten ook amateurs geweest zijn, Alfredo, want om een snackbar te gaan overvallen — dan moet je wel stom zijn. Val dan een bank binnen, 25 meter verderop.
We zitten eigenlijk in één team, Alfredo. Ik ben depressief geweest, jij bent schizoïde of schizofreen. Blijf je medicijnen gebruiken, dat weet ik uit ervaring. Blijf alsjeblieft je medicijnen innemen, jongen, want anders kunnen er ongelukken gebeuren. Dat wil je moeder ook niet.
Je moeder, van wie ik zoveel houd.

1 opmerking: