Gisteravond ontmoetten wij (Alice en ik) de broer van een schoonzus van een vroegere vriendin van Alice. Het moeilijkst is vaak je eerste zin. Als je die eenmaal hebt, volgt de rest vaak vanzelf. Gisteravond? Ik bedoel: gistermiddag. Het was 17.55 uur.
Het was een interessante man. Hij was lid van het Hof der Griffiers van het Koninklijk Huis. Ik vroeg hem naar zijn werkzaamheden. Hij antwoordde: ‘Ik ben lid van het Hof der Griffiers van het Koninklijk Huis.’
Ik zei dus maar: ‘Interessant. Doet u binnenlandse zaken of zo?’
‘Nee, ’ zei hij, ‘ik ben lid van het Hof der Griffiers van het Koninklijk Huis.’
‘Een baantje dat je niet voor je lol doet.’
‘Voor zijn lol doet niemand iets.’
‘Dat is ook weer waar, ja. Bent u van adel? Want dat hoor je wel.’
‘Ik ben nog niet van adel.’
‘Dat is mooi. Dan kunnen we samen praten.’
‘Zeker.’
‘Is u nog iets overkomen, de laatste tijd?’
‘Uiteraard.’
‘Noemt u eens iets.’
‘We hebben strikte regels binnen Huize Ten Bosch, dat zult u begrijpen.’
‘Dat begrijp ik. Huis Ten Bosch.’
‘Huize Ten Bosch, zeggen we aan het hof.’
‘Goed. Vertelt u eens iets.’
‘Nou, we waren van de winter net terug van de Veluwe. Kom ik in de stallen, en de stallenjongen was zo onvoorzichtig geweest om links achter mij het zadel van één van de paarden op de vloer te leggen.’
‘En u struikelde.’
‘Ik struikelde bij het omkeren en vertrekken uit de stallen, ja. Gevolg: een gebroken kuitbeen. Ik moest dus meteen naar het Bronovo en daar word ik neergelegd in een kamer voor zes personen. Zes! Dus ik zeg tegen één van de zusters: maar wij zijn toch van het Koninklijk Huis!’
Het lukt me gewoonweg niet, het spijt me. Ik wilde vanaf het begin zeer slecht schrijven, maar daar ben ik niet in geslaagd. Zou het genetische aanleg zijn?
Kansrekening
-
Een van de leukste kansrekeningsproblemen die ik ooit heb gezien is dit.
De winnaar van een quiz (denk Berend Boudewijn, Willem Ruys, Mies Bouwman,
missch...
12 jaar geleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten