woensdag 27 mei 2009

Wij waren gebeld

- Wij waren gebeld om kwart over twee, gistermiddag, dat klopt. Door wie we gebeld zijn? Door de vermoedelijke daders.
- En dat waren?
- Daarover kan ik nog geen uitspraken doen.
- Door Johan Lemmers en Ton de Kammaker.
- Daarover kan ik nog geen uitspraken doen.
- Maar u wás dus gebeld.
- Dat klopt, ja.
- Toch deed u niets.
- Nee, er was geen reden tot verontrusting.
- Geen reden om tot beveiliging over te gaan.
- Nee, toen nog niet.
- En ook na het tweede telefoontje dacht u niet: kom, laten we er eens serieus naar gaan kijken.
- Het tweede telefoontje was van dezelfde aard als het eerste telefoontje, dus wij dachten, vooruit.
- U dacht, vooruit met de hele zaak. Er zijn nu wel zeventien politici van uw partij omgekomen.
- Van de partij die ik moest beveiligen, en die ik ook naar beste kunnen heb beveiligd.
- Zeventien doden, meneer.
- Ik dacht: zestien.
- Zestien, dat klopt, met nog één politicus op de intensive care.
- Ja, meneer Klaverlaan zal er ook wel niet te best afkomen.
- Het is wel een klap voor de partij die zo’n grote voorsprong had in de Europese Verkiezingen!
- Ja, het is zonde, maar om je nu zó te buiten te gaan op het platteland!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten